Eergisteren zijn we in de ochtend met een gondola de berg bij Queenstown opgegaan. Daar hadden we een mooi uitzicht over de stad en de omgeving (zie foto). Daarna zijn we naar Te Anau gereden, want daar hadden we een “private charter” op een boot geboekt bij ene Peter. Dit was echt een topactiviteit! Eerst zijn we een stukje het meer opgegaan, om ergens aan land te gaan en wat te gaan wandelen met Peter (en Sonya, iemand die meelas om mee te helpen bij het koken en dergelijke). Tijdens het wandelen heeft Peter ons het één en ander verteld over de natuur daar. Vervolgens zijn we bij een klein eilandje aangemeerd, waar we eerst zijn gaan zwemmen (in best wel koud water). Daarna is de BBQ aangezet op de boot voor het avondeten. De rest van de avond hebben we op de boot rondgebracht en hebben we over van alles en nog wat gepraat met Peter en Sonya. De bedden op de boot waren nogal krap, maar uiteindelijk heb ik redelijk goed geslapen.
De volgende ochtend heeft Peter ons weer afgezet in Te Anau en zijn we naar Omakau gereden. Daar hebben we 3 fietsen en een tandem gehuurd en hebben we 30 kilometer over de Ontago Central Rail Trail gefietst, een pad dat over de oude spoorlijn gaat. Hoewel de tandem niet echt comfortabel zat, ging het Mark en mij toch redelijk af (hoewel ik wel spierpijn had vanmorgen). Na de fietstocht zijn we doorgereden naar Dunedin.
Vanmorgen zijn we naar het Royal Albatross Centre gegaan, waar we naar albatrossen hebben kunnen kijken die momenteel eieren aan het broeien zijn. Verder zagen we er ook pinguïns, zeehondjes en een haai (en heel veel zeemeeuwen die de hele voorruit van de auto hadden ondergepoept…). Vanmiddag zijn we naar Christchurch gereden, onze laatste bestemming.